Mijn Jeugdboeken

Op de site van Leestweeps las ik twee blogs over de boeken van je jeugd. Aangezien ik zo ongeveer mijn hele jeugd lezend heb doorgebracht (als mijn moeder me bij mooi weer naar buiten stuurde, voelde het een beetje als straf, totdat ik ontdekte dat ik dat boek ook best mee kon nemen naar de speeltuin), is dat een onderwerp waarbij er heel wat in me naar boven kwam.
De liefde voor boeken zal vroeg begonnen zijn, maar mijn oudste herinneringen aan boeken zijn de tijden dat ik werd voorgelezen: de juf op de kleuterschool uit Pluk van de Petteflet (ik weet nog dat de kakkerlak me fascineerde want dat was een beest dat ik niet kende), mijn oma in steeds platter Tilburgs uit het sprookjesboek van Moeder de Gans en later mijn moeder uit Alleen op de Wereld en De Negerhut van Oom Tom, beide boeken met mooie illustraties uit de serie van Lecturama.
Het eerste boek dat ik zelf las en waarvan ik geen genoeg kon krijgen, was Juffertje Korenbloem. De schrijver heb ik op moeten zoeken, Freddy Hagers. Het was één van de vele Kluitman Kinderpockets en voor mij de mooiste! Nog steeds kan ik geen nijlpaard zien zonder aan Juffertje Korenbloem te denken. En als ik het woord sanatorium hoor of tbc, precies hetzelfde.
Ik denk dat het in dezelfde periode geweest moest zijn, dat ik De Dolle Tweeling, De Belhamel en in mindere mate Pitty ontdekte. Boeken over ondeugende kostschoolmeisjes in Engeland, een wereld die ik bijzonder interessant vond en heel ver van mijn eigen leventje stond.

Ik kreeg een abonnement op de bieb en ging elke woensdagmiddag een flinke stapel boeken halen. Ik begon in de bieb alvast te lezen en nam de rest mee naar huis. Van De Dolle Tweeling ging ik naar de boeken van Anneke Bloemen. “Polly krijgt weer een moeder” maakte indruk, een stiefmoeder, weer iets wat in mijn eigen wereldje niet voorkwam. Van Polly ging ik naar Merel en zo las ik de hele reeks.

Ik las veel meisjesboeken, realiseer ik me terwijl ik dit opschrijf, want weer een periode later volgden de zoete romantische wereld van Sanne van Havelte (titels als “Hun Geheim” en “Miek’s Moeilijkheden”) en de boeken over Joop ter Heul. En via die romantiek was de stap naar Bouquet Reeks niet zo moeilijk…

Las ik dan alleen maar meisjesboeken? Nee, natuurlijk niet. Een boekenwurm als ik, las ook het werk van Thea Beckman. Ik begon met “Kruistocht in Spijkerbroek”, maar ook de trilogie en “Stad in de Storm” staan me nog goed voor de geest. En “Het Geheim van Mories Besjour” van Anke de Vries over een Franse glazenwasser en natuurlijk “Lieverdjes en IJzervreters” van Ann Rutgers van der Loeff. Ach, te veel om op te noemen. En ik las boeken over geschiedenis, aardrijkskunde en de encyclopedie bij ons thuis.
Maar geleidelijk aan moest lezen serieuzer worden. Ik zat inmiddels in de bovenbouw van de middelbare school en moest aan verplichte leeslijsten beginnen. Fanatiek lezer die ik was, begon ik daar (op aanraden van een ouder nichtje) al aan voordat het noodzakelijk was. Robinson van Doeschka Meijsing was het eerste boek voor mijn lijst, dacht ik, tot ik erachter kwam dat door de ingewikkelde regels die mijn middelbare school erop na hield, dat boek voor mij niet zou “meetellen” voor de lijst. Het tweede boek van Doeschka (De Kat achterna) vond ik een stuk moeilijker. Daardoor maar vooral door de ingewikkelde regels van school, werd ik steeds minder gemotiveerd om te lezen. Op mijn mondelinge schoolexamen had ik dan ook nog niet de helft van de boeken van mijn lijst gelezen en ik heb er een flinke hekel aan Nederlandse literatuur aan over gehouden. Gelukkig is er ook nog Engels. Niet dat ik de boekenlijsten voor Engels en Duits wel helemaal had gelezen, maar van de boeken die ik wél las
weet ik tenminste nog iets. “Die neue Leiden des Jungen W” bij voorbeeld en “Wide Sargasso Sea”. Ook kan ik me literatuurlessen van beide talen nog goed herinneren. Bij Duits leerde ik over het verschil tussen literatur en trivialliteratur. Bij Engels genoot ik van de verhalen over de Brönte’s en Jane Austen.


Als ik dit zo op een rijtje zie, dan heeft lezen me (naast ontzettend veel plezier) zo veel gebracht: een enorme uitbreiding van mijn woordenschat, kennismaking met werelden, culturen en tijden waarin ik zelf niet leefde, talenkennis en bovenal liefde voor lezen. Want op die kleine periode na dat ik lezen eventjes ingewikkeld vond, kan ik me een leven zonder boeken niet voorstellen. 

Reacties