Vier-in-balans op Effent


Bloggen: ik heb er een moeizame relatie mee. Soms doe ik het op onderwijswijven maar van harte gaat het niet. Ik schrijf makkelijk als ik me ergens boos of druk over maak, maar het gaat moeizaam als het over andere zaken gaat. Voor mijn laatste masterclass Onderwijs en nieuwe media (onderdeel van de Master Onderwijskunde die ik volg) moet ik ermee aan de slag. En waar ik eerst even dacht de dans te kunnen ontspringen, lijkt het me nu een wezenlijk onderdeel van deze module, dus daar gaan we dan.

Het eerste blog moet gaan over het Vier-in-balans model van Kennisnet (Kennsinet, 2016), mij natuurlijk niet onbekend. We staan op Effent op een belangrijk punt als het gaat om implementeren van ICT in ons onderwijs: volgend schooljaar starten we met een pilotklas waarin we met iPads gaan werken. Hoe staat die ontwikkeling in verhouding tot het model?
Allereerst: de visie. We willen op Effent meer werk gaan maken van onderwijs op maat, maar wel binnen de kaders van een categorale mavo. Op onze categorale mavo wordt bewust gekozen voor een structuur waarbinnen leerlingen gedurende drie schooljaar een zo breed mogelijke pakket aan vakken wordt aangeboden. Leerlingen maken pas eind klas 3 voor het eerst een keuze. Daarbij houden we ook vast aan de wat traditionele inrichting van de vakken: dus bijv. geen mens en maatschappij, maar aardrijkskunde en geschiedenis. Toch moet binnen deze kaders ruimte zijn voor meer differentiatie op gebied van niveau, werkvormen en toetsing. Daarbij kan ICT een hulpmiddel zijn, maar kan nooit op zichzelf staan. Naast ICT-toepassingen zijn we ook nadrukkelijk op zoek naar mogelijkheden die zonder ICT haalbaar zijn: T-PACK (Voogd J., 2010) is daarbij het uitgangspunt.

Deskundigheid: docenten gaan niet vanzelf aan de slag met ICT in de lessen. Om in kaart te brengen waar de behoeften, sterktes en zwaktes van docenten liggen, hebben we samen met het Lab to Learn eind 2014 een scan uitgevoerd. Die richtte zich op wensen van docenten, directie en leerlingen maar ook op competenties van docenten. Naar aanleiding daarvan wordt een scholingsplan opgezet. Eerste onderdeel daarvan was een inspiratiedag bij het Lab, maar vervolgactiviteiten worden uitgezet, op verschillende niveaus en op verschillende gebieden. Voor de docenten die in de pilotklas gaan lesgeven is een tweedaagse scholing gericht op digitale didactiek georganiseerd. Daarnaast is de school aangesloten bij het Leerlab digitale didactiek van Leerling2020. Ook wordt bij de start van de pilot een gezamenlijk ontwikkeluur voor deze collega’s op het rooster gerealiseerd zodat ook aan peer-to-peer leren kan worden gedaan. De pilotdocenten (ik noem ze pilot-en) hebben de opdracht hun bevindingen binnen de school te delen, zodat ook andere docenten ene stap voorwaarts gaan maken.

Dan de stap naar materiële voorwaarden. De inhoud: ICT maakt het mogelijk op een andere manier met lesinhoud om te gaan. We willen graag weer meer eigenaar zijn van wat we de leerlingen aanbieden en dus wat minder afhankelijk van de traditionele lesmethodes. Daarom starten we bij een aantal vakken met de stercollecties van VO-Content binnen de pilotklas. Deze stercollecties bieden mogelijkheden tot differentiatie, gepersonaliseerd leren en de docent kan de inhoud ook arrangeren naar eigen wensen. Op dit moment gebruikt de school de ELO van Itslearning. Daar is destijds op bestuursniveau voor gekozen, maar hierachter zit geen visie op leren van de school zelf. Bij de overstap naar Magister wordt ook de overstap naar de ELO van Magister gemaakt. Die ELO heeft duidelijk een andere insteek. De school moet hierin nog een afweging maken. Omdat nog niet bekend is welke mogelijkheden de ELO van Magister precies gaat bieden (afwegingen daarover worden bovenschools gemaakt) is nog geen duidelijke keuze hierin gemaakt.

Tot slot: infrastructuur. De school heeft pas sinds kort een schooldekkend wifi-netwerk. Dat netwerk lijkt voorlopig nog onvoldoende stabiel, dus daarmee zullen nog verbeterstappen moeten worden gezet, voordat we de inzet van iPads gaan uitbreiden. Alle docenten hebben beschikken over een laptop en alle lokalen hebben een digitaal schoolbord. De school heeft twee computerlokalen voor leerlingen en een klassenset iPads, die in de lessen gebruikt kan worden. Volgens schooljaar start één klas met eigen iPads. Om daar optimaal mee te kunnen werken, zoekt de school naar een oplossing om een verbinding te leggen tussen digitaal bord en de iPad, bijv. m.b.v. AppleTV’s of het programma AirServer. Ook zal op de iPads een beheersmodule worden gezet, die het docenten mogelijk maakt leerlingen beperkt gebruik te laten maken van de mogelijkheden (bijv. tijdens een toets) van de iPad.

Binnen de school wordt al veel gewerkt met ICT-toepassingen: van studentresponse-systemen zoals Kahoot en Socrative tot Edmodo (een soort ELO) en digitale pakketten van de uitgever. Levert het tot nu toe iets op? Daar heb ik (nog) geen echt onderzoek gedaan, maar de geluiden zijn positief. Vooral de mogelijkheden tot formatief toetsen zijn legio en zorgen voor betere resultaten en meer motivatie bij leerlingen, zo lijkt het. 

Volop redenen om door te gaan, zou ik zeggen. Ik heb er in ieder geval zin in!



Reacties